Building Change

Klimaatplan 2025-2035: Ontoereikend voor landen elders

Klimaatverandering is en blijft een mondiale kwestie waarin het werk voor een duurzaam klimaat niet zonder de inachtneming van lage-inkomenslanden kan. Deze landen worden namelijk disproportioneel hard geraakt door klimaatverandering. Hiertegenover hebben Nederland en Europa goed geprofiteerd van mede-oorzaken van klimaatverandering zoals gas, olie en grondstoffenwinning. Het definitieve ontwerp-Klimaatplan van het ministerie Klimaat en Groene Groei (KGG) is in maart gepubliceerd. Het Klimaatplan werd al eerder door Building Change behandeld in een artikel over de wetsconsultatie ‘Klimaatplan 2025-2035’ vorig jaar. Echter, is er onvoldoende verbetering in dit definitieve ontwerp als het gaat om beleidsuitwerkingen op de zogeheten dimensie elders en beleidscoherentie. Daarom adviseren wij de Kamercommissie Klimaat en Groene Groei (KGG) om actie te ondernemen en een oproep te doen aan de minister om de impact op lage- en middeninkomenslanden explicieter te verankeren in dit Klimaatplan, met meetbare doelstellingen en uitvoeringsschema’s.

Expliciete verankering van beleid met inachtneming van effecten in landen elders

Het Klimaatplan benadrukt vanuit het oogpunt van rechtvaardigheid dat het belangrijk is dat bedrijven en (publieke) organisaties bijdragen aan transitie en maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hiermee worden oplossingen zo veel mogelijk in EU-verband gezocht en wordt er gelet op mogelijke positieve en negatieve effecten in ontwikkelingslanden. Hoewel Building Change hierachter staat, mist dit plan een verdere uitwerking en verankering van beleid hierop. De inachtneming van effecten op lage- en middeninkomenslanden in beleid blijven in dit plan een vrijblijvende oproep. 

Ook geeft het Klimaatplan weer dat sinds het vorige Klimaatplan de gevolgen van mondiale opwarming steeds meer zichtbaar en voelbaar zijn. Dit plan erkent dat schade en verlies van ontwikkelingslanden hierbij ondersteund moeten worden. Ook hier vraagt Building Change om een verankering van uitvoeringsschema’s en doelstellingen van beleid hierop. 

Building Change adviseert de commissie KGG:

  • Integreer een toetsing op internationale componenten in elke maatregel, waarin consistent de al gevestigde TEO-toets of een nieuw toegevoegde toetsingskader wordt gebruikt en alle voorgestelde maatregelen op hun internationale rechtvaardigheid worden beoordeeld.

Verwerk het advies van de Raad van State

De Raad van State (RvS) heeft een advies uitgebracht over het ‘ontwerp Klimaatplan 2025-2035’. Hierin constateert de Raad: “andere adviezen op klimaatrechtvaardigheid zoals intergenerationele en internationale klimaatrechtvaardigheid worden in het ontwerp-Klimaatplan buiten beschouwing gelaten.” RvS onderstreept dus het belang om intergenerationele en internationale principes te betrekken bij een breder perspectief op klimaatrechtvaardigheid. Bovendien wordt geadviseerd om dit uit te werken in de beleidskeuzes die in het Klimaatplan zijn opgenomen. Zij constateren dat internationale klimaatrechtvaardigheid geen zelfstandig onderdeel vormt van dit plan, maar onderstrepen dat het zeker waardevol is om dit aspect mee te nemen en verder uit te werken in toekomstige beleidskeuzes. Wij missen een concrete vertaling van dit belangrijke advies in het definitieve ontwerp-Klimaatplan. Building Change apprecieert dit advies en de onderschrijving van het belang van een meer uitgewerkt internationaal perspectief. Nederland heeft namelijk een mondiale verantwoordelijkheid als het gaat om klimaatrechtvaardigheid. 

Building Change adviseert de commissie KGG actie te ondernemen in:

  • De ontwikkeling van een apart hoofdstuk ‘Internationale Klimaatrechtvaardigheid’ waarin beginselen uit het RvS-advies worden vertaald naar beleidskeuzes.

Kijk voorbij de Nederlandse en Europese grenzen om innovatieve oplossingen te bedenken

In de reactie van Building Change op de vorige versie van het Klimaatplan waren wij kritisch over dat het plan zich beperkt binnen onze nationale en Europese grenzen. In het definitieve ontwerp blijft deze beperkte aanpak staan. Dit negeert bestaande initiatieven in ontwikkelingslanden en belemmert schaalbare samenwerking.

Het plan getuigt van ambitie om op Europees niveau naar structurele oplossingen te streven. Echter, er zijn talloze organisaties en initiatieven buiten de EU die al bezig zijn met innovatieve manieren om bijvoorbeeld CO2 emissies te reduceren. Denk aan Climate Action Africa die talloze projecten hebben om emissiereductie bij bijvoorbeeld bedrijven te stimuleren.  Bovendien is een stem vanuit het mondiale zuiden essentieel in onderhandelingen over het klimaat binnen Nederland en Europa. Het mondiale zuiden wordt op dit moment het hardst getroffen door klimaatverandering, een verandering waar wij sterk aan hebben bijgedragen. Daarom is het luisteren naar deze stemmen essentieel om goed te begrijpen wat er mondiaal gebeurt. Building Change roept daarom de commissie KGG op kritische vragen te stellen over een verbreding van de grenzen voor innovatieve klimaat oplossingen. 

Building Change adviseert de commissie KGG:

  • Integreer een apart hoofdstuk over buitenlandse innovatieprojecten in het Klimaatplan waarin klimaatinitiatieven uit het buitenland worden genoemd als partners om mee samen te werken.

Zorg voor voldoende klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden

In dit definitieve ontwerp-plan gaat klimaatfinanciering vooral over hoe financiering voor klimaatprojecten binnen Nederland wordt vormgegeven. Er ontbreekt een kwantitatief commitment voor een ODA-gericht klimaatbudget. Building Change begrijpt dat financiering, vooral als het om klimaatprojecten gaat, een ingewikkeld verhaal is. Echter, als wij een effectieve klimaatstrategie willen voor dit mondiale probleem dan moet ook gewerkt worden aan klimaatfinanciering voor ontwikkelingslanden. Ontwikkelingslanden hebben nog altijd meer financiële en technologische steun nodig om met de gevolgen van klimaatverandering om te gaan. Zoals in ons eerdere artikel benoemd wordt, staan wij op plek 162 van de 167 van de Spillover-index, met een hoge CO2-uitstoot vergeleken met andere landen. Door onze grote mondiale impact op het klimaat hebben wij ook een verantwoordelijkheid om onze mondiale financiering te verhogen

Building Change adviseert de commissie KGG:

  • Reserveer minimaal 0,7% van het bruto nationaal inkomen (BNI) specifiek voor klimaat gerelateerde ondersteuning van lage- en middeninkomenslanden, aansluitend bij het ODA-doelstelling.
  • Implementeer een transparant monitoringsysteem voor internationale uitgaven om ervoor te zorgen dat klimaatfinanciering transparant en consistent wordt gemonitord zodat 

Conclusie

Het Klimaatplan 2025–2035 biedt een eerste aanzet, maar negeert de urgente noden van lage- en middeninkomenslanden als het gaat om klimaatverandering. Er is hierin meer verankering van beleid nodig op het gebied van dimensie elders en beleidscoherentie, met name ontwikkelingslanden. Dit plan legt sterk de nadruk op klimaatplannen binnen Nederland en Europa. Dit terwijl ontwikkelingslanden disproportioneel hard getroffen worden door effecten van klimaatverandering. Daarom geeft Building Change de commissie KGG het advies om een oproep te doen over:

  • Een concrete vertaling van het RvS-advies in dit Klimaatplan
  • Het consistente gebruik van de TEO-toets (of een nieuw toetsingskader) om effecten op ontwikkelingslanden in acht te nemen
  • Een minimale reservering van 0,7% van het BNI aan klimaatgerelateerde ondersteuning in landen elders
  • De implementatie van een transparant en consistent monitoringssysteem voor internationale klimaatfinanciering 
  • De integratie van al bestaande klimaatprojecten buiten de Nederlandse en Europese grenzen, gericht op innovatieve klimaatoplossingen