Building Change heeft naar aanleiding van de Monitor Brede Welvaart van het CBS, die jaarlijks tijdens Prinsjesdag wordt gepubliceerd, aanvullende factsheets uitgebracht die de internationale effecten van Nederlands beleid, oftewel de ‘dimensie elders’ belichten. In deze factsheets geeft Building Change drie concrete voorbeelden van hoe het beleid invloed uitoefent op andere landen. Ook bevat elke factsheet suggesties voor Kamerleden om het kabinet gerichte vragen te stellen over deze effecten. Building Change streeft hiermee naar een meer evenwichtige benadering van brede welvaart, waarin de internationale dimensie expliciet wordt meegenomen.
Brede welvaart wordt steeds vaker gebruikt als instrument voor goed beleid omdat het niet alleen materiële welvaart omvat, maar ook sociale en ecologische aspecten als arbeidsparticipatie, vertrouwen in anderen, misdaad en mentale gezondheid. Ook het kabinet houdt bij het samenstellen van de begroting rekening met de brede ontwikkelingen in de samenleving, zo stelt minister Heinen (Financiën) in de Miljoenennota 2025. In de Tweede Kamer wordt het begrip “brede welvaart” steeds prominenter in debatten genoemd. Toch wordt één onderdeel van brede welvaart vaak over het hoofd gezien, de zogenaamde “dimensie elders“, die gaat over de mate waarin de welvaart in Nederland effect heeft op andere landen (bron: CBS).
Planbureaus als CPB, SCP en PBL, maar ook adviesorganen zoals de Raad voor de Leefomgeving en Infrastructuur en de Adviesraad Internationale Vraagstukken, hebben herhaaldelijk gewezen op het feit dat deze dimensie te weinig aandacht krijgt. Zelfs de jaarlijkse CBS-factsheets over de brede welvaart zelf bevatten slechts een beperkte hoeveelheid indicatoren die inzicht geven in de internationale gevolgen van Nederlands beleid. Dit is zorgelijk, zeker gezien de omvang van onze economie en internationale afhankelijkheden.
Als achttiende economie ter wereld exporteerde Nederland in 2022 namelijk voor ruim 945 miljard euro aan goederen en diensten. Dit draagt bij aan economische kansen, inkomens en werkgelegenheid elders. Tegelijkertijd veroorzaken Nederlandse activiteiten soms ook negatieve gevolgen in andere landen, wat risico’s oplevert voor zowel onze internationale relaties als nationale belangen. Enkele voorbeelden zijn:
- We drijven andere landen ongewild in de handen van rivalen als Rusland en China, wat resulteert in een verzwakte geopolitieke positie voor Westerse landen.
- Anti-Westers sentiment in West-Afrika leidt tot militaire coups en instabiliteit, wat omstandigheden zijn waarin terroristische en criminele netwerken zich ontwikkelen. Dit zorgt voor een verhoogde terroristische dreiging en transnationale criminaliteit.
- Schade die wij aanrichten in lage inkomenslanden voedt de weerstand van de bevolking tegen Westerse bedrijven. Dat bedreigt ons internationale verdienvermogen.
De beperkte aandacht voor deze dimensie kan dus leiden tot het buiten beeld blijven van de internationale impact van Nederlands beleid, wat mogelijk schadelijke gevolgen heeft voor Nederlandse belangen. Een beter inzicht in deze dimensie stelt de Tweede Kamer in staat om al vroeg in het beleidsproces bewust te sturen op het maximaliseren van positieve effecten en het beperken of voorkomen van negatieve bijwerkingen. Om dit te benadrukken schreven we eerder al een position paper dat wij in mei 2024 aan de Kamercommissie voor de Rijksuitgaven hebben overhandigd.
Nu publiceert Building Change voor zes ministeries een aanvullende factsheet om de effecten op de ‘dimensie elders’ beter zichtbaar te maken. De aanvullende factsheets richten zich op de ministeries van Financiën; Infrastructuur en Waterstaat; Volksgezondheid, Welzijn en Sport; Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur; Economische Zaken; en Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. Het doel is om de beschikbare data beter te benutten, zodat de dimensie elders voortaan een vaste en prominente plek krijgt in de brede welvaart systematiek. Door deze inzichten wordt het mogelijk om wereldwijd de voordelen van Nederlands beleid te versterken, terwijl risico’s voor andere landen én voor Nederland zelf worden geminimaliseerd.