Building Change

Maak het do no harm-principe de ruggengraat van buitenlandbeleid

De maatschappelijke ruimte staat wereldwijd onder druk. In een groeiend aantal landen worden mensenrechten geschonden, wordt politieke tegenspraak onderdrukt en krijgen maatschappelijke organisaties steeds minder speelruimte. Het AIV-rapport “Krimpende maatschappelijke ruimte: vrijheid en veiligheid onder druk” laat zien dat deze trend niet alleen elders, maar ook indirect onze eigen democratische weerbaarheid bedreigt. Nederland heeft vanuit zijn kernwaarden van democratie, rechtsstaat en mensenrechten een verantwoordelijkheid om die ruimte internationaal te beschermen. Tegelijk erkent de AIV dat dit erg complex is in een gefragmenteerde wereldorde met toenemende aandacht voor economische en veiligheidsbelangen. Juist daarom is coherent buitenlandbeleid nodig dat mensenrechten niet ondermijnt, maar versterkt. Hiervoor doet de AIV 8 sterke aanbevelingen die Building Change graag onderschrijft. 

Toch is er een aanbeveling die Building Change extra in het licht wil zetten. De aanbeveling om extra te investeren in de uitvoering van de Europese zorgplichtrichtlijn (CS3D) voor het bedrijfsleven. Dit is een kans om economische belangen en mensenrechtenbeleid niet langer gescheiden te houden. Deze richtlijn verplicht bedrijven tot due diligence: risico’s op mensenrechtenschendingen in hun ketens moeten worden voorkomen, beperkt of hersteld. Een kans om ‘do no harm’ niet alleen als ethisch principe, maar als fundamenteel onderdeel van beleid te gebruiken.

Wat is ‘do no harm’?
Het ‘do no harm’-principe stelt dat externe interventies geen schade mogen aanrichten aan de lokale samenleving, veiligheid of sociale samenhang. Ook al zijn bedoelingen goed, zonder zorgvuldige analyse kunnen economische activiteiten onbedoeld bijdragen aan machtsverhoudingen, ongelijkheid of onderdrukking. In een wereldorde die steeds complexer wordt, is deze waakzaamheid belangrijker dan ooit.

Wat betekent het do no harm-principle voor beleidscoherentie?

Het do no harm-principe vormt een noodzakelijke toetssteen voor beleidscoherentie. Beleid op het ene terrein mag niet ondermijnen wat op een ander terrein wordt nagestreefd. Nederland kan niet geloofwaardig opkomen voor mensenrechten en democratische ruimte, terwijl het tegelijkertijd,  via exportkredieten of handelsmissies, bedrijven ondersteunt die in hun internationale ketens bijdragen aan de uitbuiting van mensen of milieuschade aanrichten. Beleidscoherentie voor ontwikkeling betekent dat alle onderdelen van het buitenlandbeleid, van handel tot klimaatfinanciering, bijdragen aan mensenrechten en duurzame ontwikkeling, of daar op z’n minst geen schade aan toebrengen. De Europese zorgplichtrichtlijn (CS3D) biedt de kans om dit principe concreet te verankeren: als toets voor bedrijven en als leidraad voor de overheid zelf.

De uitvoering van deze richtlijn moet prioriteit krijgen, aldus de AIV. Dat vraagt om nauwe samenwerking tussen ministeries en inzet van ambassades, toezichthouders en diplomaten op zowel economische als mensenrechten portefeuilles. Bedrijven moeten daarbij niet alleen ondersteund, maar ook aangesproken worden op hun verantwoordelijkheid.Dit zijn aanbevelingen van de AIV waar Building Change zich graag bij aansluit. In een wereld waarin vrijheid en veiligheid steeds meer onder druk staan, moet Nederland niet alleen bewaker zijn van zijn eigen waarden, maar ook van zijn eigen consistentie in beleid. Dat begint met: do no harm. Lees vooral het volledige rapport van de AIV.