Building Change

Een nationale circulaire plastic norm: essentieel voor duurzaamheid, maar wat zijn de internationale gevolgen?

Plasticproductie en -vervuiling zijn grote milieuproblemen van deze tijd. Plastic wordt gebruikt in talloze producten binnen onze economie. In Nederland verbruiken we jaarlijks ongeveer 2 megaton aan plastic. Als we deze manier van produceren niet veranderen, zal het plastic verbruik in 2050 naar verwachting drie keer zo hoog zijn. Het is dus hoog tijd om de plasticindustrie te verduurzamen. Om die reden volgt Building Change de ontwikkelingen rond de circulaire plastic norm op de voet. Deze nationale circulaire plastic norm kan een belangrijke stap zijn in de transitie naar een circulaire economie. Maar wat betekent dit beleid in bredere zin? In dit artikel analyseren we niet alleen de nationale impact, maar kijken we ook naar de internationale gevolgen: welke verschuivingen kan dit veroorzaken in de wereldwijde plastic waardeketen? Kan een nationale circulaire plastic norm onbedoelde internationale effecten hebben? 

Stand van zaken: de nationale circulaire plastic norm

Op 6 maart 2025 vond het Rondetafelgesprek Circulair Plastic plaats in de Tweede Kamer, waar implicaties van een nationale circulaire plastic norm werden besproken. Het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) werkt aan beleid om de plastic industrie te verduurzamen. Deze norm is onderdeel van het Nationaal Programma Circulaire Economie. Vanaf 2027 zijn producenten verplicht een minimumpercentage aan gerecycled of biogebaseerd plastic te verwerken in producten. In 2030 loopt dit uiteindelijk op tot 30 %. Dit beleid heeft als doel de vraag naar recyclaat te vergroten en een duurzamere plastic waardeketen te realiseren. De norm loopt voor op Europese ontwikkelingen van circulair plastic beleid dat in 2030 lijkt te worden ingevoerd. In Nederland wordt eerst plastic gereguleerd en later mogelijk ook andere polymeren zoals rubber, verf en lijm. Het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat werkt momenteel aan een wetsvoorstel dat deze verplichting wettelijk vastlegt. De wetgeving beoogt niet alleen een reductie van CO2-uitstoot, maar ook het versterken van de Nederlandse recyclingindustrie en het verminderen van afhankelijkheid van fossiele grondstoffen en buitenlandse importen.

Experts over de norm: steun en aandachtspunten

Al in september 2023 publiceerde de Rijksoverheid een rapport over de gevolgen van een nationale circulaire plastic norm. Hieruit bleek dat verwerkers de verduurzaming van hun industrie overwegend steunen en achter een doelstelling van 60% CO₂-reductie in 2030 staan. Ook tijdens het Rondetafelgesprek in maart onderschreven experts de urgentie van de norm, maar wezen ze op uitdagingen. Groene Chemie Nieuwe Economie (GCNE) waarschuwde voor de impact van goedkope plastic import op Nederlandse bedrijven. Deze concurrentie is volgens de experts een van de redenen waardoor 12 recycling bedrijven in Nederland failliet gingen. Experts riepen op tot ondersteuning via subsidies en belastingvoordelen en benadrukten dat de norm ook een afzetmarkt voor recyclaat kan creëren. Daarnaast pleitte Toegepast Natuurwetenschappelijk Onderzoek (TNO) voor investeringen in recycling innovatie.

Hoewel de meerderheid van de experts voorstander was van de norm en de versterking van een circulaire plastic waardeketen, lag hun input vooral op de Nederlandse context. De bredere internationale gevolgen van een nationale circulaire plastic norm bleven tijdens dit Rondetafelgesprek grotendeels onderbelicht.

Wat is de impact elders van een nationale circulaire plastic norm?

Bij de discussie over de nationale circulaire plastic norm wordt voornamelijk gekeken naar de Nederlandse concurrentiepositie en de impact op binnenlandse bedrijven, terwijl de bredere internationale dimensie grotendeels onderbelicht blijft. De huidige focus ligt vooral op handel en de verstoring die kan ontstaan doordat Nederlandse bedrijven moeilijk kunnen concurreren met goedkoop nieuw plastic uit het buitenland. Echter, is het onwaarschijnlijk dat Nederland of zelfs de EU volledig zelfvoorzienend wordt op het gebied van circulaire kunststoffen. Daarom zouden effecten van een circulaire plastic norm ook elders in de wereld worden meegenomen.

Terwijl er in de Tweede Kamer wordt gesproken over plastic recycle bedrijven in Nederland en hoe deze bedrijven ondersteund kunnen worden, importeert Nederland veel gerecycled en biobased plastic uit Azië en andere delen van het mondiale zuiden. Plastic Recylcers Europe stelt kritische vragen over de kwaliteit van geïmporteerd plastic en of de productie van de materialen wel daadwerkelijk duurzaam is. Er is meer transparantie nodig in de productieketens van circulair plastic wereldwijd.

Daarnaast rijst de vraag hoe de norm de export van plastic afval zal beïnvloeden. Ontwikkelingen in het verleden laten zien dat strengere regelgeving in het Globale Noorden kan leiden tot verschuivingen in de internationale handel in afvalstromen. Kijk bijvoorbeeld naar Maleisië in 2022. Het land produceerde  2,4 miljoen ton plastic en importeerde daarbovenop nog 835.000 ton. De recycling capaciteit bedraagt echter slechts 515.009 ton, waardoor een overschot van 2,7 miljoen ton ongeregeld blijft. Dit afval belandt op illegale stortplaatsen, wordt verbrand of komt in het milieu terecht. De gevolgen voor de lokale bevolking zijn ernstig: giftige stoffen vervuilen water, grond en lucht, terwijl microplastics steeds vaker in de voedselketen opduiken. 

Om dit soort situaties te voorkomen, heeft de EU sinds 2023 strengere regels ingevoerd via de Waste Shipment Regulation. Dit beleid beperkt de export van plastic afval naar niet-OESO-landen en verplicht EU-lidstaten om meer afval binnen Europa te verwerken. Hiermee wordt geprobeerd te voorkomen dat afvaldumping buiten Europa ten koste gaat van het milieu en de volksgezondheid in kwetsbare regio’s. Hoewel dit een stap in de goede richting is, blijft het cruciaal om de impact van strengere nationale normen te monitoren en ervoor te zorgen dat deze niet onbedoeld leiden tot nieuwe milieuproblemen elders.

Aanbevelingen voor implementatie van een circulaire plastic norm

Volgens experts is een gefaseerde invoering van de norm cruciaal: door te starten met een laag percentage gerecycled of biogebaseerd plastic en dit stapsgewijs te verhogen, blijft de transitie beheersbaar en wordt verdere vertraging voorkomen. Daarnaast moet innovatie gestimuleerd worden door investeringen in recycling technologieën en het vergroten van de capaciteit van recycling faciliteiten. Om marktverstoring te voorkomen, is juridische en economische afstemming met EU-beleid noodzakelijk. 

Verder zijn ondersteuningsmaatregelen zoals subsidies, belastingvoordelen en garanties essentieel om bedrijven te helpen de overstap te maken. Experts benadrukken ook dat Nederland een leidende rol moet nemen en niet moet afwachten: bedrijven die zich specialiseren in circulair plastic hebben nu duidelijkheid en steun nodig om te kunnen groeien.

Uiteindelijk draagt een vermindering van plastic afval met een circulaire plastic norm bij aan een duurzamer systeem wereldwijd. De internationale gevolgen moeten echter beter in kaart worden gebracht om te voorkomen dat de lasten onevenredig worden verdeeld of beleid op een incoherente manier uitpakt. Wij pleiten als Building Change voor een integrale aanpak van duurzaamheid, waarbij economische, sociale en milieufactoren evenwichtig worden meegenomen. Dit betekent dat naast technische en economische maatregelen ook sociale en ecologische aspecten worden gewogen. Zo moet worden onderzocht hoe de circulaire plastic norm niet alleen bijdraagt aan milieubescherming en duurzaamheid, maar ook aan sociale rechtvaardigheid zowel in Nederland als daarbuiten.