In Nederland wordt veel meer melk geproduceerd dan we zelf consumeren. Het overschot, onder andere in de vorm van melkpoeder, wordt naar Afrika geëxporteerd. In Nigeria is de vraag naar melkpoeder groot en Nederlands is van hoge kwaliteit. Het grote probleem is echter dat lokale melkboeren niet kunnen concurreren met de prijzen van Nederlands melkpoeder. Dit maakt het bijna onmogelijk om de melkveesector te ontwikkelen. Om dit te voorkomen, stelde de Nigeriaanse overheid als voorwaarde dat internationale zuivelbedrijven lokaal melk moesten inkopen als ze melkpoeder wilden verkopen in Nigeria, om zo de ontwikkeling van een lokale melksector te stimuleren. Het Nederlandse FrieslandCampina verzocht de Nederlandse overheid om subsidie – en kreeg het vanuit Ontwikkelingssamenwerking – om een lokale productieketen op te zetten en boeren op te leiden. Dankzij deze subsidie behield FrieslandCampina zijn invoerlicentie en kon het melkpoeder blijven importeren in Nigeria, wat het ontwikkelen van de lokale markt dus bemoeilijkt. Zo gaf Nederland dus ontwikkelingsgeld uit om de lokale melkveemarkt op te bouwen om die eigenhandig weer te ondergraven. Incoherent beleid dus.
Lees hier meer over: https://viceversaonline.nl/2023/02/01/melkhandel-met-de-ene-hand-geven-met-de-andere-nemen/