Jan Klink heeft in 2021 SDG 2 (geen honger) en 16 (vrede, justitie en sterke publieke diensten) geadopteerd. Zijn politieke portefeuille bevat onder andere Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, Buitenlandse Zaken, Defensie en Economische Zaken en Klimaat. Na de aankomende Tweede Kamerverkiezingen verlaat hij de Kamer, dus hebben we samen teruggekeken naar zijn tijd als SDG-adoptieouder.
Kunt u iets vertellen over de SDGs die u hebt geadopteerd en wat het plan voor de inzet was in 2021 toen u deze adopteerde?
Nederland kan echt het verschil maken wat mij betreft, juist op voedselzekerheid, op internationaal recht, op SRGR, op watermanagement. Wat ik heel leuk vond is dat jullie zelf bij mij kwamen om heel specifiek SDG 2 (voedselzekerheid) en SDG 16 (internationaal recht) aan te bieden. Mede vanwege mijn achtergrond en studietijd in Wageningen wil ik altijd graag de koppeling maken met voedselzekerheid. Ik heb steeds geprobeerd deze beide SDG’s mee te nemen. De ene keer, lukte dat natuurlijk beter dan de andere keer. Het begint er mee om in elk debat opnieuw aandacht hiervoor te vragen. Natuurlijk heb je de actualiteit en de beperking van spreektijd. Daarnaast wil je ook dát meenemen in je betoog waarvan je op dat moment denkt dat hetecht relevant is voor het debat. Toch is de rode draad geweest dat ik altijd, waar dat kon, zeker voor SDG 2, aandacht gevraagd heb.
Je doet het altijd samen en het zijn vaak kleine stapjes, maar ik zietoch wel een paar successen. Bijvoorbeeld de motie die aangenomen is over Farmer Managed Natural Regeneration (FMNR). Daar ben ik heel tevreden over. Hoewel het misschien niet de oplossing zal zijn, helpt dit beleid in de koppeling van duurzaamheid aan een realistisch verdienmodel. Het is altijd belangrijk om beleid te blijven aanscherpen; om te kijken hoe het anders of beter kan. Bijvoorbeeld voor SRGR denk ik dat het belangrijk is dat partijen blijven zeggen dat wij daar echt een verschil kunnen maken. Je ziet wereldwijdhet aantal donoren afnemen, zeker de afdrachten van multilaterale organisaties. Volgens sommige partijen kan het altijd meer, maar we doen nog steeds best veel op dat vlak. Ook zie je bij de donoren een steeds conservatievere stroming: dat we juist meer pro-life moeten zijn etc. Ik denk juist dat Nederland voor de komende periode daarin onderscheidend vermogen heeft.
Wat is een trots moment/succes geweest op 1 van deze SDG’s die met jouw hulp behaald is?
Er is meer concrete invulling geweest op SDG 2 dan op SDG 16. Met internationaal recht wil je vooruitgang boeken, maar moet je ook respect hebben voor de ontwikkeling en keuzes in het land zelf. Je hoeft niet perse per se uit te dragen dat wat wij hier hebben precies is wat andere landen nodig hebben. Dat geldt ook voor landbouw. In discussies daarover gaat het vaak over het exporteren van het Nederlandse landbouwmodel en van onze dier-intensieve landbouw. We weten juist met die Wageningse kennis voedsel te produceren met een veel lagere impact en CO2-uitstoot. We moeten wereldwijd uiteindelijk meer mensen voeden en dus een hogere productie creëren. Maar wel met minder input en minder emissies. Op dat vlak hebben we in Nederland veel kennis, maar het is zaak dat die steeds verder uitgebreid wordt. Iets concreets waar ik trots op ben in mijn tijd als adoptieouder is de motie over kennishubs die aangenomen is. Daarin heb ik gezegd dat die de koppeling moeten vormen tussen de kennisinstellingen vanuit Nederland en het land ter plaatse, tussen de bedrijven vanuit Nederland en het land ter plaatse, en maatschappelijk middenveld: dat je die kennis samenbrengt via al die hubsom zo een goede uitwisseling te hebben. Ik hoop dat dit verder opgepakt wordt. Dan wordt niet het Nederlandse model direct geëxporteerd, maar vindt er een dialoog en gelijkwaardiger uitwisseling plaats.
Dus u hebt zich veel ingezet voor het delen van Nederlandse kennis met Afrika op een gelijkwaardige manier. Wij zetten ons in voor beleidscoherentie en dat wat in Nederland gebeurt ook mondiaal een positieve impact moet hebben. Wat was op het thema voedselzekerheid daarbij een uitdaging?
Beleidscoherentie is natuurlijk heel breed. Vaak wordt een koppeling gelegd met de Spillover Index. Doordat Nederland een handelshub is scoren wij op zo’n index heel negatief. Ik blijf dat lastig vinden. Als je de best scorende landen in die index ziet, zijn dat landen waar relatief veel honger is en dat het doorgaans niet de meest geavanceerde economieën van de wereld zijn. De landen die het slechtst scoren zijn juist landen als de onze en Luxemburg. Daar zit natuurlijk ook wat in. Maar het hangt ook samen met wat je als land hebt. Wij zijn een klein land en hebben een bepaalde geografische ligging, waardoor heel veel agro-food commodities door ons land lopen. De discussie is dan of je die commodities toe moet rekenen aan je eigen inwoners en land, zoals dat in de statistiek is gedaan. Heel veel daarvan wordt namelijk niet hier geproduceerd en vooral ook niet allemaal geconsumeerd. Als je dat echt anders zou willen, als je dus minder slecht op die Spillover Index zou willen scoren en dus onze beleidscoherentie sterker is, dan zou je er misschien voor moeten pleiten die goederenstroom via de haven van Hamburg of Antwerpen te laten lopen zodat het niet via ons land binnenkomt. Ik weet niet of dat de beste aanpak is. Ik denk dat het veel belangrijker is dat, doordat je zo’n positie hebt, je er ook nog zeggenschap over hebt. Nederland zit bijvoorbeeld in de internationale cacao raad, om zo invloed te blijven houden in de cacao sector. Zo heeft ze invloed om bijvoorbeeld die productieketen meer te verduurzamen en gelijkwaardiger te maken.
Over indexen gesproken, veel rapporten laten zien dat niet alleen Nederland maar de hele wereld niet op koers ligt om de SDGs te halen in 2030. Is er genoeg aandacht geweest voor de SDGs in de afgelopen regeerperiode?
Er is veel gepubliceerd over de SDGs, zoals technische briefings van het CBS over SDGs en brede welvaart. Ik denk dat je de SDGs meer moet zien als een soort kapstok in de internationale taal waar we de richting van waar we naartoe willen uit kunnen halen. Wat je er zelf concreet aan doet, blijft wellicht discutabel. Als er elders conflicten zijn, dragen die niet bij aan het behalen van de SDGs. Het liefst heb je een welvarende wereld. Maar ook als we ons volledig op die doelen richten, zullen er internationale conflicten bij blijven komen die een welvarende wereld in de weg staan.
Hebben we dan door die conflicten niet de bandbreedte om de SDGs te behalen?
Ik denk dat je breed, bij voorkeur in multilateraal verband, hieraan moet werken. We kunnen als Nederland heel erg ons best doen, maar als wij het helemaal perfect gedaan hebben zijn we er nog niet. Denken dat het dan niet uitmaakt, wil ik ook niet. We zien dat we richting de ecologische grenzen van de planeet gaan, dus je zal echt stappen moeten zetten om daaruit te komen. Ik zit dan bij een optimistische partij waar we geloven dat we dat nog kunnen behalen, maar het zal wel volgens ons gepaard moeten gaan met economische groei en het meenemen van bedrijven om daar uiteindelijk uit te komen. Als het alleen maar komt vanuit overheden die zeggen dat iets niet meer mag, werkt dat ook niet. Als we uiteindelijk naar een beeld gaan dat leidt tot economische krimp, kunnen we dat alleen volhouden als je op een gegeven moment de mensen die in zorg en het onderwijs werken vraagt of ze dat gratis willen doen. Je hebt altijd economische ontwikkeling nodig, maar dat moet wel op zo’n manier dat dat niet leidt tot meer CO2-emissies. Maar zeker geen krimp of stilstand.
U vertrekt uit de Kamer. Wat is uw opdracht voor uw opvolgend Kamerlid dat deze twee SDGs gaat adopteren?
Kijk breed naar de SDGs en werk internationaal samen via multilaterale kanalen, zoals via de EU. Dat is belangrijk om uiteindelijk verder te komen. Focus je op onderwerpen waarin Nederland het verschil kan maken. We kunnen per definitie de wereld niet veranderen maar we kunnen het hopelijk wel de goede kant opbrengen. En wat ik echt hoop, wat ik ook de afgelopen jaren steeds heb geprobeerd, is dat de kennishubs het maatschappelijk middenveld, bedrijven, de kennisinstellingen en de overheid samenbrengen om impact te maken. Met alleen het maatschappelijk middenveld heb je alleen een goed gesprek en een sterke analyse. Zonder de bedrijven mis je de investeringskracht om daadwerkelijk iets van de grond te krijgen. En als je het alleen aan de bedrijven overlaat, heb je wellicht net te weinig oog voor wat de echte problemen zijn voor de mensen in het land waar we mee samenwerken en hoe het dus echt een duurzaam verdienmodel kan zijn.
Interview door Jarne van der Poel (Foundation Max van der Stoel), Abigail Johnson (Partos) en Yasmin Bijvank (Foundation Max van der Stoel)
Na de Tweede Kamerverkiezingen in 2021 lanceerde Building Change de nieuwe campagne voor de tweede editie van “Adopteer een SDG”. Meer dan dertig Kamerleden van negen fracties hebben één of meer Duurzame Ontwikkelingsdoelen geadopteerd. Een coalitie van maatschappelijke organisaties rond Building Change ondersteunde hen met informatie en adviezen. Nu er een nieuwe Verkiezingstijd is aangebroken en er een nieuw kabinet aankomt, maken we samen met een aantal van de adoptieouders de balans op.